Hoe moet jou werkplek eruit zien ?
Als je achter de computer zit dan moet je aan bepaalde eisen voldoen.
Artikel 4 van het beeldschermbesluit heeft tot doel te voorkomen dat werknemers hun gehele arbeidstijd achter het beeldscherm doorbrengen. Om deze reden dienen, verdeeld over de arbeidstijd en in ieder geval na twee achtereenvolgende uren, onderbrekingen van de arbeid aan een beeldscherm plaats te vinden. Het verdient de voorkeur de onderbrekingen aan te vullen met andersoortige arbeid.
Andersoortige arbeid, die andere lichamelijke en mentale inspanning vereist, biedt een goede afwisseling voor arbeid aan het beeldscherm. Indien geen andersoortige arbeid voorhanden is dient de arbeid aan een beeldscherm afgewisseld te worden met ontspanning door het regelmatig inlassen van pauzes. Zowel de duur van de te verrichten andersoortige arbeid als de lengte van de pauzes dient zodanig te zijn dat daardoor de belasting van de werknemer van het verrichten van beeldschermarbeid wordt verlicht.
Uit deze formulering volgt dat de werkgever in beginsel vrij is invulling te geven aan de wijze waarop hij de belasting aan het beeldschermwerk vermindert. Een nadere indicatie voor de verlichting van de belasting van het werken met beeldschermen door afwisseling met andersoortige arbeid valt echter af te leiden uit onderzoek waaruit is gebleken dat het uit ergonomisch oogpunt niet verantwoord is om op een werkdag van 8 uur of langer gedurende meer dan 5 á 6 uur arbeid aan een beeldscherm te verrichten. Het betreft hier arbeid waarbij geen afwisseling met andersoortige arbeid in de functie van de werknemer is opgenomen. In functies waarin naast de arbeid aan het beeldscherm ook andere taken zijn opgenomen wordt de arbeid al op een natuurlijke wijze onderbroken.
Indien bij functies, die geheel uit arbeid aan het beeldscherm bestaan, de tijdsduur van de arbeid beperkt blijft tot 5 á 6 uur per dag, blijft de regel dat niet langer dan twee achtereenvolgende onafgebroken uren aan het beeldscherm arbeid mag worden verricht, onverminderd gelden. Indien de arbeid aan een beeldscherm wordt afgewisseld met pauzes verdient het aanbeveling de lengte van deze pauzes (afhankelijk van de intensiteit van de arbeid) te bepalen op tenminste 10 minuten. Uitgangspunt is dat de extra pauzes, die noodzakelijk zijn ter verlichting van de beeldschermarbeid, gerekend worden tot de arbeidstijd. In de praktijk wordt intensieve arbeid aan een beeldscherm veelal ieder uur afgewisseld door een pauze van tien minuten. Van intensieve arbeid aan een beeldscherm is sprake indien de taak van de werknemer alleen uit communicatie met het beeldscherm bestaat (gegevens invoeren en/of gegevens aflezen).
Werkhouding
Voor het beeldschermwerk dienen de volgende richtlijnen m.b.t. de werkhouding in acht genomen te worden:
- het beeldscherm dient recht voor de gebruiker te staan;
- de kijkafstand dient minimaal 50 cm te zijn;
- de kijkhoek dient bij "blind typen"(er wordt voornamelijk naar het beeldscherm of het document gekeken) te liggen tussen 6 en 9 graden; indien ook veel naar het toetsenbord gekeken wordt kan deze hoek wat groter zijn. In het algemeen dient het middelpunt van het beeldscherm ongeveer 10 cm lager te liggen dan de ooghoogte;
- indien veel vanaf een document gewerkt moet worden, dient dit document geplaatst te worden in een documenthouder, die op dezelfde hoogte en links pal naast het beeldscherm geplaatst wordt. Indien bij blindtypen voornamelijk naar het origineel gekeken wordt, verdient het aanbeveling de documenthouder recht voor de werknemer te plaatsen. De documenthouder dient bij voorkeur instelbaar (hoogte en hellingshoek) en verplaatsbaar te zijn;
- Indien documenten niet in de documenthouder passen verdient het aanbeveling deze op een schuine (instelbare) leesplank te leggen;
- het verdient aanbeveling de instelling van het beeldscherm overeen te laten komen met het papier waarvan gewerkt wordt; witte achtergrond en zwarte letters. Indien veel vanaf A4-originelen gewerkt wordt verdient het aanbeveling gebruik te maken van A4-schermen;
- De rug dient rechtop goed ondersteund te worden door de rugleuning;
- De bovenarm ten opzichte van de onderarm dient bij het werk een hoek te vormen van ongeveer 90 graden;
- De armsteun dient zo ingesteld te zijn dat de onderarm gesteund wordt en de vingers ontspannen op het toetsenbord liggen;
- de zitting dient ten volle benut te worden; dus goed achterin zitten;
- de benen dienen voldoende ondersteund te worden en mogen niet afhangen;
- de hoek tussen het boven- en het onderbeen dient ongeveer 90 graden te bedragen;
- de voeten moeten vlak op de ondergrond geplaatst kunnen worden, al dan niet met behulp van een voetensteun(met lichte helling);
- het dragen van schoeisel met hoge hakken dient te worden ontraden.
Verlichting
- Voor een goede waarneming van de informatie op het beeldscherm is het van belang de verlichting en de beeldschermapparatuur goed op elkaar af te stemmen.
- Aangezien op veel plaatsen zowel "conventioneel" kantoorwerk als beeldschermwerk in één ruimte wordt verricht is het gewenst in deze gevallen uit te gaan van normaal verlichte kantoorruimten. De meeste visuele taken kunnen verricht worden in het gebied van 200 lux tot 800 lux. Het te kiezen niveau is o.a. afhankelijk van de aanwezigheid van vensters, zwakke contrasten en aanwezigheid van oudere werknemers. Te veel licht wordt vaker als hinderlijk ervaren dan te weinig licht.
- Indirecte verlichting aangevuld met werkplekverlichting is zeer geschikt voor beeldschermwerk, omdat de spiegelingshinder in beeldschermen hierbij minimaal is.
- Beeldschermwerkplekken kunnen niet willekeurig dichtbij vensters geplaatst worden. De beeldschermen zijn niet goed leesbaar (spiegelingshinder en contrastverlies) bij een overdaad aan daglicht en eventueel zonlicht. Het turen als gevolg daarvan kan tot hoofdpijn en stijfheid in de nek leiden. Bij veel buitenlicht moet helderheidswering kunnen worden gebruikt.
- Ter voorkoming van te hoge luminantie verhoudingen is het gewenst het beeldscherm niet tegen een achtergrond te plaatsen waarin zich een venster bevindt. Samen met het feit dat de vensters ook niet in het beeldscherm mogen spiegelen leidt bovenstaande aanbeveling tot de regel dat beeldschermwerkplekken in een richting loodrecht op de vensters moeten worden opgesteld.
- Voorts is in een ruimte waar met beeldschermen gewerkt wordt een goede, instelbare helderheidswering verplicht. Zonwerende ruiten, doorschijnende lamellen of gordijnen weren het (zon)licht meestal onvoldoende. Verticale lamellen, door de gebruiker zelf in te stellen, verdienen de voorkeur omdat er dan ook nog uitzicht naar buiten mogelijk is onder een bepaalde hoek.
Voorbeelden van ongunstige lichaamshouding zijn:
Langdurig in gebogen houding zitten, met gedraaide rug of nek werken. Geen of onvoldoende mogelijkheden statische lichaamsbelasting af te wisselen met dynamische lichaamsbelasting. Het is een goede gewoonte zittend werk met enige regelmaat af te wisselen met staan of lopen.